ellauri033.html on line 342: In 1884 keerde hij Zola de rug toe met de publicatie van zijn roman À rebours (Tegen de keer). Dankzij Mario Praz´ beroemde studie The romantic Agony is deze roman bekend geraakt als de bijbel van het decadentisme.
ellauri033.html on line 344: In 1891 publiceerde hij de satanische roman Là-bas (Uit de diepte), rond het historische personage Gilles de Rais. Een hoofdpersonage uit deze roman weerspiegelt eveneens Huysmans´ persoonlijke evolutie; een satanische wording, waar occultisme en sensualiteit voorafgaan aan zijn bekering tot het christelijke geloof (La Cathédrale (1898) en L´Oblat, (1903)) waartoe esthetische overdenkingen hem brengen. Vanaf dan zouden alleen nog maar rooms-katholiek geïnspireerde werken verschijnen.
ellauri033.html on line 346: Onder zijn "katholieke" romans: L´Oblat, gebaseerd op zijn eigen toetreding als oblaat van de benedictijnen, en later Les foules de Lourdes (De menigten van Lourdes) over Maria en de wonderen in Lourdes, waar Huysmans indirect afrekent met Émile Zola en diens boek Lourdes (1894). Daarnaast herschreef hij in tijdschriftartikelen het leven van Lidwina van Schiedam. Dit leidde tot een heropleving van de verering van deze heilige. Als dank hiervoor heeft het Schiedamse gemeentebestuur een straat naar hem genoemd. Huysmans stierf als volledig ingetreden kloosterling in de pij van een benedictijner broeder aan de gevolgen van long- en botkanker, veroorzaakt door zijn jarenlange kettingroken.
xxx/ellauri281.html on line 274: Simon van Cyrene was vermoedelijk een Jood uit de diaspora (verstrooiing). Hij kwam uit Cyrene, een Romeinse kolonie in Noord-Afrika, waar een joodse gemeenschap was. De Hebreeuwse naam Simon is een aanwijzing dat hij waarschijnlijk van joodse afkomst was. Het evangelie volgens Marcus is de enige die zijn zonen Alexander en Rufus noemt (een Griekse respectievelijk Romeinse naam). In bijbelcommentaren wordt vaak gezegd dat deze Rufus dezelfde zou kunnen zijn als de Rufus die Paulus noemt in Romeinen 16:13. Kennelijk waren Rufus en Alexander bekenden voor de gemeente waarvoor Marcus schreef, omdat hij zijn lezers denkt herkenbare informatie te geven door hen te noemen als de zonen van Simon. Geleerden speculeren daarom dat deze zonen en misschien Simon zelf later tot het christendom zijn bekeerd.
4